Leren en ontwikkelen
Een van de grootste uitdagingen die ik heb ervaren in de verschillende P3DM processen waaraan ik heb meegewerkt is een gebrek aan participatie en wantrouwen van de gemeenschappen betrokken bij de karteringsactiviteiten.
Van collega’s onder wie ik werkte en die onderzoek deden, hoorde ik het ongenoegen over het gebrek aan een bepaalde verwachte participatie. Aan de karteringsworkshops deden minder dan verwacht mensen mee. Door deze verhalen had ik een beeld van de gemeenschappen gevormd; mensen die hulp kregen maar dit niet waardeerden. Naar gelang ik meer activiteiten uitvoerde bij de gemeenschappen en het eerste P3DM proces zelf coördineerde veranderde dit beeld.
Van collega’s onder wie ik werkte en die onderzoek deden, hoorde ik het ongenoegen over het gebrek aan een bepaalde verwachte participatie. Aan de karteringsworkshops deden minder dan verwacht mensen mee. Door deze verhalen had ik een beeld van de gemeenschappen gevormd; mensen die hulp kregen maar dit niet waardeerden. Naar gelang ik meer activiteiten uitvoerde bij de gemeenschappen en het eerste P3DM proces zelf coördineerde veranderde dit beeld.
Door in gesprek te gaan met de gemeenschappen ontdekte ik de reden van het gebrek aan participatie; er was sprake van engagement fatigue. Deze ging ook gepaard met telleurstelling in de activiteiten van ngo’s. De knelpunten die de gemeenschappen graag opgelost zagen werden vaak genegeerd t.b.v. onderzoek. Aangezien de onderzoekingen bij de gemeenschappen eindigden met afstudeerwerken en proefschriften en niet doorgingen naar toepassingen van oplossingen voor de ontdekte knelpunten was er telleurstelling ontstaan bij de gemeenschappen. De tribale gemeenschappen die leefden van vooral landbouw moesten hun planning en hun werk vaak opzij zetten om de onderzoekers en ngo’s te accommoderen, iets dat hen niets tastbaars opleverde naar hun gevoel, maar alleen verlies van tijd opleverde.
Door gesprekken met de gemeenschappen en door mij te verdiepen in Participatory Learning and Action, kreeg ik meer begrip voor de werkelijkheid van de gemeenschappen. Dit leidde er toe dat ik in het werk met gemeenschappen zo goed mogelijk de situatie van de gemeenschap, de activiteiten en de dynamiek binnen de gemeenschap probeerde te doorgronden om deze mee te nemen in de samenwerking. Ik kreeg ook realistische verwachtingen van de participatie van de gemeenschappen en zette mij actief in om ze realistiche verwachtingen (nadelen en voordelen) van het werk te doen vormen. In samenwerkingen met partners en opdrachtgevers maakte ik bovenstaande werkwijze duidelijk zodat de verwachtingen die deze partijen hadden zo goed mogelijk overeenkwamen met de werkelijkheid van de gemeenschappen.
Onderzoeken en innoveren
Gedurende mijn werk bij REDD+ was mij iets opgevallen. Tijdens bijeenkomsten met de gemeenschappen om te praten over REDD+ en klimaat verandering kreeg SBB als partner binnen het REDD+ programma ook de gelegenheid om bewustwording te creëren over hun werk in het algemeen. Echter na deze presentaties, welke gingen over het verlenen van concessie rechten voor houtkap, kreeg de bijeenkomst vaak een gespannen karakter. het werd duidelijk dat de gemeenschappen veelal ontevreden waren over hun traditioneel gezag. Als lid van een tribale gemeenschap verwonderde dit mij en maakte het mij ook nieuwsgierig. Tegelijkertijd wakkerde het in mij het verlangen om te ondersteunen bij het aanpakken van deze knelpunt. Ik wilde een bijdrage leveren aan het verbeteren van de relatie tussen het gezag en de dorpelingen.
Ik besprak mijn observatie met een REDD+ assistent van de tribale stam waarvan ik afkomstig was. We besloten samen uit te zoeken hoe wij hieraan verandering konden brengen. Het eerste doel was het werk van het gezag in kaart brengen.
Uiteindelijk kwam zo het onderzoek naar het traditioneel Saamaka gezag tot stand; om het gezag te ondersteunen was er kennis en begrip nodig.
Uiteindelijk kwam zo het onderzoek naar het traditioneel Saamaka gezag tot stand; om het gezag te ondersteunen was er kennis en begrip nodig.
Met ondersteuning van IUCN NL (IUCN Nederlands Comité) en AEM (Alliance Ecosystem Management) besloten wij (Stichting Tribal Peoples development) om van start te gaan door het werk van het gezag in kaart te brengen.
Tijdens mijn studie, bij het vak onderwijskunde, had ik kennisgemaakt met job analysis. Ik heb daarom in deze hoek gezocht voor informatie om de enquête naar het werk van het gezag te ontwikkelen. Ik heb samen met collega’s in het project vormgegeven aan de enquête welke in kaart zou brengen het werk en de uitdaging van het traditioneel Saamaka gezag. Tijden de eerste enquêtes kwamen wij er achter dat er additionele informatie verzameld moest worden en werd de enquête naar behoren aangepast.
Uiteindelijk heeft de enquête data opgeleverd welke inzicht gaf in het werk van het gezag. Zo kon ook kennis over dit werk dat aan het verdwijnen was vastgelegd worden. Om een eerste stap te zetten in het versterken van het gezag moest het onderzoeksrapport beschikbaar gesteld worden in een vorm die bruikbaar was voor de Saamaka gemeenschap.
Tijdens mijn studie, bij het vak onderwijskunde, had ik kennisgemaakt met job analysis. Ik heb daarom in deze hoek gezocht voor informatie om de enquête naar het werk van het gezag te ontwikkelen. Ik heb samen met collega’s in het project vormgegeven aan de enquête welke in kaart zou brengen het werk en de uitdaging van het traditioneel Saamaka gezag. Tijden de eerste enquêtes kwamen wij er achter dat er additionele informatie verzameld moest worden en werd de enquête naar behoren aangepast.
Uiteindelijk heeft de enquête data opgeleverd welke inzicht gaf in het werk van het gezag. Zo kon ook kennis over dit werk dat aan het verdwijnen was vastgelegd worden. Om een eerste stap te zetten in het versterken van het gezag moest het onderzoeksrapport beschikbaar gesteld worden in een vorm die bruikbaar was voor de Saamaka gemeenschap.
Ik kreeg de opdracht om het boek te schrijven welke vooral gebaseerd zou zijn op ons onderzoek. Ik mocht het boek naar eigen inzicht vormgeven. Aangezien tijdens het onderzoek mij was opgevallen dat er ook kennis ontbrak over het ontstaan van het Saamaka volk en het gezag heb ik literatuur onderzoek gedaan om het boek tot een volwaardige handleiding te kunnen maken voor zowel de Saamaka gemeenschap als andere belanghebbenden.
Kritisch en ethisch reflecteren
Door de uitvoering van verschillende participatieve karteringsprojecten, zelfstudie en mijn ervaring binnen het REDD+ programma was mijn streven om de rechten van gemeenschappen te respecteren tijdens de uitvoering van projecten gegroeid.
Naast de uitdagingen in het mobiliseren van leden van de gemeenschappen voor het deelnemen aan projecten, in het bijzonder participatieve projecten, was het streven naar het naleven van de FPIC (Free Prior Informed Consent) principes de grootste ethische uitdaging.
Participatie kost geld en tijd, als men hierbij de FPIC principes toevoegt kost een project gauw meer geld, neemt het meer tijd in beslag en vergt het meer geduld.
In samenwerkingen met sommige partners en donoren is het gedurende de loop van een project vaak een constante uitdaging geweest om ze te overtuigen om, ondanks dat participatieve processen en het werken met de FPIC principes meer tijd en geld kosten, deze naar behoren toe te passen.
Naast de uitdagingen in het mobiliseren van leden van de gemeenschappen voor het deelnemen aan projecten, in het bijzonder participatieve projecten, was het streven naar het naleven van de FPIC (Free Prior Informed Consent) principes de grootste ethische uitdaging.
Participatie kost geld en tijd, als men hierbij de FPIC principes toevoegt kost een project gauw meer geld, neemt het meer tijd in beslag en vergt het meer geduld.
In samenwerkingen met sommige partners en donoren is het gedurende de loop van een project vaak een constante uitdaging geweest om ze te overtuigen om, ondanks dat participatieve processen en het werken met de FPIC principes meer tijd en geld kosten, deze naar behoren toe te passen.
Een zo’n uitdagende situatie was een geval waarbij een partner organisatie geprobeerd heeft gemeenschappen te overtuigen om een gebied kleiner dan hun woongebied in kaart te brengen om zodoende projectkosten te besparen. Dit nadat de gemeenschap al akkoord was gegaan op basis van afspraken waarbij heel het gebied in kaart gebracht zou worden.
Tijdens werkgespreken met deze partner voor het project van start ging, heb ik uitgelegd dat het weglaten van een deel van het woongebied van de gemeenschap in een latere periode voor problemen zou zorgen, aangezien gronderechten kwesties speelden binnen de gemeenschap. Met veel moeite is de partner akkoord gegaan om de gemeenschap te ondersteunen heel hun woongebied in kaart te brengen en hebben wij het budget rekening houdend daarmee gefinaliseerd.
Tijdens werkgespreken met deze partner voor het project van start ging, heb ik uitgelegd dat het weglaten van een deel van het woongebied van de gemeenschap in een latere periode voor problemen zou zorgen, aangezien gronderechten kwesties speelden binnen de gemeenschap. Met veel moeite is de partner akkoord gegaan om de gemeenschap te ondersteunen heel hun woongebied in kaart te brengen en hebben wij het budget rekening houdend daarmee gefinaliseerd.
Bij aanvang van de karteringsworkshops en onze bezoek aan de dorpen deelden leden van de gemeenschap hun zorgen met mij; zij dachten dat wij probeerden hun woongebied af te pakken onder het mom van hulp om hun gebied in kaart te brengen. Ik heb ze gerustgesteld dat dit niet onze bedoeling was. Bij verschillende bijeenkomsten met de gemeenschappen heb ik het doel van het project uitgelegd; wat waren de voordelen en nadelen, wat het project wel of niet inhield. Ik kwam daarom in een moeilijke positie terecht toen de project partner tijdens de uitvoering van het project de gemeenschap probeerde te overhalen om een kleiner gebied in kaart te brengen. Ik verkeerde in een positie waarbij ik de project partner opnieuw bewust moest maken van de gevolgen van dit voorstel voor de gemeenschap. Tegelijkertijd moest ik de gemeenschap nog altijd overtuigen dat hun vrees dat wij een situatie probeerden te creëren waardoor zij hun woongebied zouden kunnen verliezen niet op waarheid berustte.
Verschillende malen heb ik in soortgelijke posities verkeerd. Dit alles heeft mijn vertrouwen in ngo’s aangetast en is er een zekere argwaan gekropen in deze samenwerkingen. Ik probeer alvorens een samenwerking aan te gaan, zo goed als mogelijk gegarandeerd te krijgen dat onze ethische waarden overeenkomen. Desondanks blijft dit de grootste uitdaging.